-
1 zich verkijken
гл.общ. заглядываться, ошибаться -
2 verkijken
〈wederkerend werkwoord; zich verkijken〉1 [verkeerd kijken] mal voir2 [zich vergissen] se tromper♦voorbeelden:zich op iemand verkijken • se tromper sur qn. -
3 verkijken
I 〈wederkerend werkwoord; zich verkijken〉1 [verkeerd kijken] misjudge♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 zich op iemand verkijken
zich op iemand verkijkense tromper sur qn. -
5 ошибаться
vgener. zich verkijken, abuis hebben, dwalen, feilen, het mis hebben, ten onrechte aanzien voor, vergissen zich, zich bedriegen (in-â), zich vergissen, zich verzien -
6 ошибаться
vgener. zich verkijken, abuis hebben, dwalen, feilen, het mis hebben, ten onrechte aanzien voor, vergissen zich, zich bedriegen (in-â), zich vergissen, zich verzien -
7 versehen
versehen♦voorbeelden:mit allem versehen sein • van alles voorzien zijn♦voorbeelden:3 ehe man sichs versieht • voor je het in de gaten hebt, voor je er erg in hebt -
8 заглядываться
vgener. zich verkijken -
9 заглядываться
vgener. zich verkijken
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский